De ongehuwde verpleegster Hélène Schoenmaeckers raakt tijdens de bezetting betrokken bij de verzetsgroep Erkens, waarbij ook de Eijsdense graaf De Liedekerke (gefusilleerd op 9 oktober 1943) betrokken is. Deze verzetsgroep is onder meer gespecialiseerd in het over de grens smokkelen van ontsnapte Belgische en Franse krijgsgevangenen en geallieerde piloten.
Samen met haar zus Adèle wordt Hélène op 5 november 1942 na verraad gearresteerd. De Sicherheitsdienst laat Adèle de volgende dag al vrij en zij overleeft. Hélène wordt gevangengehouden eerst in Maastricht en later in Haaren, Scheveningen en Utrecht. Vervolgens wordt zij gedeporteerd naar de concentratiekampen Ravensbrück en Mauthausen. Als een van de weinigen overleeft ze alle gruwelijkheden. Tweeënhalf jaar ontberingen eisen uiteindelijk toch hun tol. Op 11 juli 1945 overlijdt ze in een herstellingsoord in het Zwitserse Sankt-Gallen, geknakt door alle gruwelen. Hélène is dan 51 jaar.