Na een kortstondig huwelijk (1919 1920) met Eva Polak uit Rotterdam, trouwt Joseph Sanders in 1926 met de Maastrichtse Selma Leraar (1902-1943), eerder gescheiden van Isodeer Dreesde. Het paar woont aanvankelijk in Rotterdam, maar vestigt zich eind 1932 in de Limburgse hoofdstad. Daar neemt Sanders in het daaropvolgende jaar Grand Hotel Wilhelmina aan de Wilhelminasingel over, het enige hotel in Limburg dat zich aan de joodse religieuze regels (onder meer op het gebied van koosjere voeding) houdt. De opperrabbijn zelf houdt toezicht. Op 3 mei 1942 constateren de autoriteiten dat in het Stadspark in de nachtelijke uren twaalf bordjes met de tekst ‘Verboden voor joden’ zijn verdwenen. Omdat ingesteld onderzoek geen verdachten oplevert, worden twaalf onschuldige, joodse mannen aangehouden en gearresteerd. Sanders hoort daarbij. Zeven dagen na zijn arrestatie gaat hij op transport naar Westerbork. Van daaruit gaat hij anderhalve maand later op de trein naar Polen. In Auschwitz wordt hij twee maanden na zijn aankomst vermoord.