Sali Blech trouwt op 4 november 1907 met Amalie Seligmann. Ze krijgen drie kinderen: Herta, Lotte Sybille en Hans Heinz. Samen met zijn schoonzus Lina heeft Sali een schoenenzaak in Keulen. In 1938 vluchten Sali, Amalie en Lina naar Heer. Begin 1939 gaat Amalie naar de Verenigde Staten. Sali blijft in Heer waar hij, samen met zijn zoon Hans-Heinz in 1941 gearresteerd wordt. Ze komen terecht in Westerbork, waar Sali zo’n tweeënhalf jaar verblijft. Op 1 februari 1944 wordt hij gedeporteerd naar het kamp Bergen-Belsen. Hij wordt er vermoord op 2 maart 1945, in de periode dat ook de zusjes Anne en Margot Frank daar sterven.
Sali Blechs vrouw en zijn twee dochters waren voor de oorlog al naar het buitenland gevlucht en overleven de oorlog.