Net als zijn vader kiest Douwe Verhagen voor een bestaan als beroepsmilitair. In mei 1940 is hij als sergeant gelegerd aan de Afsluitdijk, een van de plekken waar het Nederlandse leger taai weerstand biedt. Na de capitulatie en een krijgsgevangenschap komt Verhagen terecht bij de douane, die hem naar het zuiden van Nederland stuurt. De doorlaatpost Gaberg-Smeermaas wordt zijn werkplek. Met een collega wordt hij daarnaast lid van de verzetsgroep de Oranje Koerier.
Op 2 december pakt de Sicherheitsdienst in Maastricht hem op. De Duitsers brengen hem naar het concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 18 januari 1943 wordt vermoord.
Verhagens ouders krijgen in februari van dat jaar bericht van het overlijden van hun zoon. Fatale darmontsteking is het verhaal bij het pakketje kleren dat de nazi’s hen toezenden. Het ware verhaal horen ze later. Een medegevangene vertelt dan ook dat Verhagen (ooit tachtig kilo zwaar) op het laatst nog maar veertig kilo woog.