Lilli Süskind vormt met haar zusje Meta een tweeling. Ze hebben nog drie broers en drie zussen. Lilli leert tijdens een vakantie Emile Wijngaard kennen. Hij is hoofdboekhouder bij een macaroni- en vermicellifabriek in Maastricht en hij bekleedt een hoge functie bij het Maastrichtse Rode Kruis. Ze trouwen, gaan in Maastricht wonen en krijgen twee zonen en een dochter.
De twee zonen emigreren begin jaren dertig naar Argentinië. Vanwege het vijandige klimaat tegen joden in Duitsland, trekt Meta in 1939 in bij Lilli en haar gezin. Lilli en Meta proberen visa te krijgen voor Argentinië, maar slagen daar niet in. Dan dienen de eerste deportaties van Maastrichtse Joden zich aan in augustus 1942. Lilli, Emile en hun dochter plannen een vlucht naar Zwitserland. Al snel stranden Lilli en haar dochter in Belgie waar Lilli in juni 1943 op een onderduikadres wordt gearresteerd. Ook Meta wordt er gearresteerd. Lilli’s dochter weet te ontsnappen.
Vanuit het Belgische doorgangskamp stuurt Lilli op 7 augustus 1943 nog een briefje: “Nichts mehr abschicken, lebt Alle wohl, hoffen auf erneurtes Wiedersehen.” Van dat weerzien komt het niet. Al kort daarna wordt ze op transport gezet naar Auschwitz, waar ze bij aankomst wordt vermoord. Meta treft hetzelfde lot. Lilli’s man en kinderen overleven de oorlog.
Engels/ English video: https://www.youtube.com/watch?v=pmhrpryEm0c